menu sluiten

Jaguar XK 150

Jaguar XK 150

Datum: 2019   I  Tekst: Lo Bour   I  Fotografie: Guido de Visser

Stroomlijn en kracht verenigd in de laatste telg van de XK-lijn.

De introductie en geschiedenis van de XK 150

De XK 150 was in 1958 in een aantal opzichten duidelijk anders dan de tien jaar eerdere gestarte originele XK-lijn van Jaguar. Als zodanig kan hij eigenlijk een beetje als een apart model worden beschouwd. Dit werd mede veroorzaakt doordat door een grote brand van de productie hallen van Jaguar in februari 1957 de XK140 niet meer gebouwd kon worden. Toen de fabriek weer opgebouwd was, werd in mei 1958 de XK150 geïntroduceerd. De XK 150 had een duidelijk geëvolueerde belijning en sloot meer aan bij de toegenomen stroomlijning van auto’s uit die tijd. De productie lijn van de XK was tot nu toe een zeer succesvolle geweest, dus er was nog geen reden om tot een volledig nieuw concept over te gaan. Zo werd aan de techniek eigenlijk weinig veranderd, buiten dat zaken die op de XK 140 nog optioneel waren nu standaard geleverd werden zoals schijfremmen voor en achter. De XK 150 was wel het model dat als enige verkrijgbaar was in een zogenaamde ‘S’ versie. De modellen reeks bleef hetzelfde met drie versies: de Open Two Seater (OTS), de Drop Head Coupé (DHC) en de Fixed Head Coupé (FHC) als gesloten versie.

Body Styling
De duidelijk geëvolueerde belijning van de XK150 kwam als eerste tot uiting in de grotendeels gladgestreken knik bij het achterwiel, waardoor in de breedte meer binnenruimte ontstond. Deze knik, die een rudimentair overblijfsel was van de naar achter toe lopende treeplank aansluitend op het achterscherm, was nu weliswaar bijna totaal verdwenen, maar boven het achterwiel bleef een geaccentueerde ronding bestaan. Deze ronding gaf een krachtige uitstraling aan de achterwiel aangedreven Jaguar en als je goed oplet dan zie je dat deze ronding in feite in vele latere Jaguars nog steeds aanwezig is.

Ook de motorkap was ter hoogte van de voorruit verhoogd, waardoor meer hoogte in de motorruimte werd verkregen en er liep een verhoogde strip over het midden van de kap terwijl verder deze kap met een veel grotere gril was uitgevoerd. De voorruit bestond niet meer uit twee vlakke ruitjes met een spijl in het midden, maar het was een enkele mooie ronde gestroomlijnde voorruit geworden. Hierdoor sloten bij de XK 150 Roadster de zijruiten veel beter aan op de voorruit en konden gewoon naar beneden worden gedraaid. Ook de kapconstructie werd verbeterd, waardoor het comfort van de Roadster dat van de Drop Head Coupé benaderde. De tochtraampjes ontbraken weliswaar, maar bij het open rijden werd dit niet als een gemis ervaren. Bovendien is het uiterlijk van een Roadster ontegenzeggelijk fraaier dan dat van een Drophead Coupé, omdat daar de opengeslagen kap duidelijk òp de carosserie ligt en de kap van de Roadster er helemaal in verdwijnt. Overigens is de krappe ruimte in de kofferbak in alle type’s hetzelfde gebleven: vandaar dat sommige XK’s van een bagagerek op de achterklep zijn voorzien.

XK’s werden geleverd in de kleuren uit de jaren 50 en 60 met sprekende benamingen zoals Cotswold Blue, Carmen Red, Gun Metal Grey, Old English White, Opalescent Golden Sands en British Racing Green. Dit kon dan gecombineerd worden met verschillende kleuren Connolly leder.

Het chassis
Bij de eerste XK werd het chassis overgenomen van de toen net in productie genomen MK V. De voorwielophanging is bij elke XK uitgevoerd met dubbele wishbones, een stabilisatiestang en schokdempers. De achteras was opgehangen in twee pakketten bladveren die in leer verpakt waren: z.g. “spring gaiters” en een paar Girling lever-dempers en rubberblokken. De XK150 kreeg het wat lichtere en nauwkeurigere Alford & Alder rack & pinion stuurhuis. Bij de de ‘S’ waren achter de veren met meer bladen uitgevoerd. Rondom waren schijfremmen met hydraulische bekrachtiging. Het chassis was ten opzichte van de vorige modellen extra verstevigd aan de zijkanten.

Motoren en versnelling
De alom bekende XK motor, bestaande uit een gietijzeren blok, een aluminium cilinderkop, voorzien van dubbele ketting gedreven bovenliggende nokkenassen, was de krachtbron voor de XK 150. Aanvankelijk leverbaar in twee versies, maar later meer. Zo was bij het Special Equipment model de nieuw ontwikkelde B-type cilinderkop leverbaar. Bij de ‘S’ versie waren drie in plaats van twee SU carburateurs geplaatst ieder met een diameter van 2 inch. In sommige gevallen werden ook wel Weber carburateurs toegepast. De ontsteking was natuurlijk van Lucas, zoals alle elektrische uitrusting in de toenmalige Jaguars. Tegenwoordig wordt steeds vaker een onderhoudsvrije elektronische ontsteking gemonteerd. De motoren staan bekend om hun mooie geluid, laag koppel en veel vermogen. Het gemiddelde verbruik van de XK ligt in de praktijk tussen 1 op 5 in de bergen en 1 op 8 voor rustig toeren. Met een tankinhoud van 60 liter heeft men dus een actieradius van 300 tot 480 km.

Zowel hand als automatisch geschakelde versnellingsbakken waren leverbaar met een 3.54:1 as ratio. Bij gebruik van een overdrive was dit 4.09:1. De ‘S’ modellen konden worden geleverd met een Powr-Lok limited slip differentieel.

Interieur
Meest opvallend is van de XK 150 dat het walnoot fineer op het dashboard verdwenen is. Het centrale console in de eerste modellen was van aluminium, maar later was dit bekleed met wit materiaal. De zijkanten van het dashboard hadden de kleur van de zittingen. Stoelen zijn laag, niet instelbaar maar uiteraard met leer bekleed. Er is veel chroom gebruikt voor de afwerking.

De XK150 vandaag
De XK’s behoren tot de duurdere Jaguars en door de jaren heen is de waarde van XK’s gestaag omhoog gegaan. De laatste jaren blijft de waarde min of meer constant. Daarnaast kunnen verkoopprijzen door allerlei redenen behoorlijk afwijken van de boekwaarde.

De waardetabel is een indicatie. Wat een XK 150 werkelijk opbrengt, is afhankelijk van de bieder, het verkooptraject, de uitvoering, de staat waarin de auto verkeert, de originaliteit en de omstandigheden op dat moment. Ook heeft een bijzondere uitvoering veel invloed: er zijn uitvoeringen van de XK 150, die veel waard zijn, omdat ook daar weer het destijds geproduceerde aantal een grote rol speelt. Ongerestaureerde XK’s zijn tegenwoordig niet zo makkelijk meer te krijgen. Mocht u er toch eentje kunnen kopen dan begint u voor 25-40 mille aan een project van enkele jaren en vele tienduizenden euro’s. Een door vaklui top-gerestaureerde auto zal over de 100.000 euro kosten. Kunt u veel zelf, of mag het iets minder perfect zijn, dan kunt u enige tienduizenden euro’s goedkoper uitkomen. Gelukkig zijn de marktprijzen van XK’s op een dergelijk niveau dat u wel wat kunt investeren voordat u de marktwaarde overstijgt. Veel reeds gerestaureerde auto’s verwisselen ook wel weer eens van eigenaar. Dergelijke auto’s zijn te koop bij de diverse klassieke auto handelaren, op beurzen en bij particulieren en worden vaak geadverteerd op internet of in de oldtimerbladen.

Referenties

Internet:

  • xkclub.com – Jaguar XK Club
  • jdch.nl – nieuwe JDCH website

Boeken:

  • Jaguar XK120,140,150 sportscars Karl Ludvigsen; isbn 1-58388-150-6
  • Jaguar XK120.140.150 Gold Portfolio 1948-1960; isbn 1-870642-41-4
  • Road & Track on Jaguar 1950-1960; isbn 0-946489-69-6
  • Jaguar XK120/140/150 cream of the cats Duncan Wherret; isbn 1-85532-773-2
  • Original Jaguar XK Philip Porter; isbn 1-901432-02-5
  • Essential Jaguar XK , Mike Lawrence , isbn 1-870979-61-3
  • The Jaguar XK’s , Paul Skilleter , isbn 0-900549-49-1