menu sluiten

Joep’s introductie met de Jaguar XJ

JoepS1

Afgelopen week kocht ik wederom een XJ. De vorige keer kocht ik eind 2020 onder toeziend oog van inmiddels goede vriend en medebestuurslid Joris Westers een X350 3.0 V6 uit 2003 met +/- 320.000km. Reden van aankoop was de wens van mijn vriendin om meer vertrouwen in het verkeer te krijgen, waarbij een auto met automatische transmissie haar zou helpen om alle aandacht op de weg te houden. Vrij snel daarna reed ze vanuit Amsterdam in de krappe straatjes van de Pijp met een vijf meter lange Jaguar naar Leiden; missie geslaagd!  De auto reed heerlijk, de motor klonk kerngezond, maar één dag na aanschaf viel de motor uit bij het aanraken van de ruitenwisserschakelaar. Een bijzonder aspect en een tamelijk hilarische introductie met het Engelse merk, maar het vertrouwen in de auto was met name bij mijn vriendin geschaad. De ANWB verlegde op mijn verzoek het massapunt achter de koplamp en plots waren alle lampjes en problemen als sneeuw voor de zon verdwenen. Toch bemerkte ik snel daarna de voortekenen van een op zijn retour zijnde koppelomvormer, dus het bleek toch verstandig om vroegtijdig afscheid te nemen; iets dat mijn vriendin in het bijzonder toejuichte. De XJ werd na enkele dagen verkocht aan een Belg, waarna hij in delen voort zou leven in een LWB XJ in dezelfde kleur met schade aan de neus. Ik verzorgde zelf de rit naar België, een treurige zwanenzang van de XJ met 35 eerdere eigenaren.

Aangezien ik recent met een vriend een zeldzame origineel Nederlandse verlengde Saab 900 turbo kocht, was ik niet voornemens opnieuw een Jaguar aan te schaffen. Toch kon ik het niet laten bij het zien van de advertentie van mijn toekomstige aanwinst. Een strak geprijsde XJ series 1 met 4.2L 6-in-lijn vastgeknoopt aan een handgeschakelde versnellingsbak in de prachtige kleur Opalescent Silver Blue. Die kleur koos ik overigens als 15-jarige altijd voor de E-type in Forza Motorsport 6. Het aanbod leek goed met een overwegend harde carrosserie en recent groot onderhoud om hem rijklaar te maken. Een vroegere XJ stond al langere tijd op mijn to-own-list, aangezien dat naar mijn idee zo betaalbaar mogelijk in de buurt zou moeten komen van een door mij felbegeerde E-type. Over mijn kennismaking met de allesbehalve tegenvallende rijeigenschappen van een vroege E-type schreef ik eerder, maar onlangs was ik toch enigszins teleurgesteld door het volgens mij iets meer gezapige karakter van een 4.2L gekoppeld aan een automaat. Dit ervoer ik overigens als bijrijder in een prachtige XJ-coupé op weg naar de bestuursvergadering, toen medebestuurslid en tevens goede vriend Steven Leussink zo vriendelijk was om mij op te halen van het station. “Al” mijn Saabs hadden er namelijk tegelijk de brui aan gegeven. Dit, nogmaals naar mijn (te snel gevormde) mening, gezapige aspect van een XJ met automaat was compleet afwezig tijdens mijn proefrit in de XJ. Met de verkoper (Citroën DS-specialist en tevens JDCH lid) naast mij kreeg ik het zelfs voor elkaar om per ongeluk de kont uit te laten breken vlak na mijn beleefde verzoek of ik nog eventjes gas mocht geven. Ik was compleet verkocht en na kortstondig telefonisch overleg met medebestuurslid en klassiekerspecialist Henk Bongertman sloot ik de deal, terwijl ongeveer een tiental andere geïnteresseerden met smart wachtten tot ik de auto niet zou kopen. De rest van de middag bij de Citroënspecialist was gevuld met praten over Jaguars, het eindeloos in de wacht staan bij de verzekeraar en het bewonderen van foto’s van de verschillende DS’en Pallas van alle aanwezigen. Waaronder ook de DS Pallas in Bleu Delta van wat later een bekende Nederlandse muzikant bleek te zijn.

Thuis aangekomen dook ik samen met een Citroën BX-rijdende huisgenoot in alle bijgeleverde historie van de XJ Series 1. Daartoe behoorde een Franse brief van de eerste eigenaar die beschrijft met veel tegenzin de auto door zijn hoge leeftijd verkocht te hebben. Daarnaast gelamineerde rekeningen van de eerste eigenaar, de documenten van de eerste afgifte in Parijs, een nieuw ogend boekje van de nog altijd aanwezige originele radio en de talloze rekeningen vanaf de invoer naar Nederland begin deze eeuw.

Dezelfde avond dacht ik aan wat een oude burgermeester met een X308 mij als kleine jongen ooit vertelde. Volgens hem was het goed dat ik Saabliefhebber was, maar toch enorm onder de indruk was van zijn Jaguar. Je moest immers eerst Saab gereden hebben voordat je Jaguar mocht rijden. Ik heb goed geluisterd. Mogelijk blijkt het onrealistisch om deze XJ Series 1 langdurig te kunnen houden als student. Toch geniet ik nu met volle teugen van mijn statige Jag en zal ik bij een eventueel kortdurend bezit veel herinneringen en prachtige foto’s koesteren.

Tekst: Joep van Dam

Foto’s: Robbert Moree en Joep van Dam