Door: Peter Stops en Tineke Peek
Tineke en ondergetekende waren nooit in Zweden geweest en daarom leek het ons bijzonder interessant aan deze tour-rally deel te nemen. Het startpunt was Hamburg waar wij reeds de voorafgaande dag aan kwamen. Omdat wij deze stad nauwelijks kenden en deze toch wat nader wilden gaan bekijken. Tegen het einde van de middag, toen wij weer in het hotel terugkeerden, waren al een groot aantal van de clubleden aanwezig die bijna, zondering uitzondering, last hadden gehad van alle files op de Duitse autobanen en de hoge temperatuur. Maar de hoofdzaak was toch dat ze veilig waren aangekomen. Uiteraard hoort daar dan ook een welkoms borrel bij en zo te zien hoefden weinig leden nog achter het stuur plaats te nemen.! Daarna volgde het diner met bijbehorende briefing. De volgende dag, zaterdag 8 augustus verlieten wij, na een uitstekend ontbijt, Hamburg en gingen op weg langs hele mooie weggetjes richting Kiel waar de boot lag te wachten om ons naar Zweden te brengen. Maar voordat wij daar kwamen moesten nog een aantal verplichte zaken worden afgehandeld. Koffie met dat overheerlijke gebak in Ratekau (waar je niet aan ontkwam), en bovendien een plaatsje waarvan het kerkje een ronde kerktoren heeft. Iets dat in die streek gewoon is. Vervolgens doorgereden naar het landgoed Gut Planken waar kunstenaars hun zogenaamde scheppingen aan de man probeerden te brengen. Toen alle tassen en schoenen die gekocht waren in de auto’s waren opgeborgd konden we doorrijden naar Kiel. Het weer was schitterend en bij het passeren van de bad- en kurplaatsen aan de Oostzeekust had waarschijnlijk menigeen daar nog wel een uurtje willen vertoeven. Nadat we waren ingescheept konden we nog de resterende tijd voor het diner aan dek doorbrengen onder het genot van de lucht van Hamburgers en het gezang van zich zelf niet te overtreffen zangeressen in geluids volume. Maar gelukkig konden we al snel van het diner gaan genieten en dan naar bed. De overtocht was heel rustig dus ik vermoed dat weinig tot geen mensen last hebben gehad van zee ziekte.
Zondag 9 augustus konden we wederom genieten van heerlijk weer en was ons eerste bezoek aan de Husqvarna fabrieken. Heel vriendelijk werden we daar ontvangen met koffie, thee en frisdranken en konden op ons zelf het museum bezoeken. Ik dacht dat Husqvarna alleen naaimachines maakte. Bedrogen kwam ik uit. Verbazingwekkend wat daar allemaal geproduceerd is vanaf 1689 toen er gestart werd met de fabricage van geweren.. Nu zijn het tuin- en keukenmachines, (brom)fietsen en ook de Gardena (tuin) artikelen. Vervolgens naar Granna (uiteraard voor de koffie) aan het Vattermeer dat om twee redenen zeer bekend is n.l. de fabricage van polkagis, dat zijn zuurstokken in de vorm van kleine wandelstokjes en het polair museum ter herinnering van een ballonvaarder die op de Noordpool verongelukte. Daarna doorgereden voor een stop bij het Gota kanaal waar de eigenaar van het restaurant slager was en zelf de koeien slachtte. De hamburgers waren verrukkelijk. Na deze heerlijke hamburgers doorgereden naar het hotel.
Maandag 10 augustus stond Stockholm op het programma. De leiding had in het routeboek een wandeling toegevoegd. Hetgeen zeer handig was. Via Tivoli, het pretpark, kwamen wij bij het Vasa museum terecht. Echt de moeite waard van het bezichtigen. Het oude oorlogsschip Vasa dat in 1628 na 1300 meter gevaren te hebben in de haven van Stockholm zonk en april 1961 boven water werd getakeld. Daarna via het centrum naar het Koninklijk Paleis gewandeld en
vervolgens naar het restaurant waar een aantal van de leden zich met iets roods hadden getooid op verzoek van de leiding omdat het restaurant ook rood gekleurd was.
Dinsdag 11 augustus een bezoek aan het scherengebied. Via mooie wegen en een paar ponten (gratis!) bereikten wij Vaxholm. Daar scheen je in een restaurant na afloop bonnen te krijgen voor de aankoop van artikelen boven het restaurant. Of was het misschien andersom? In ieder geval keken een aantal clubleden weer heel blij toen ze naar buiten kwamen.
Via een tuincentrum en een kerkhof vervolgens naar het Koninklijk domein Drottningholm. Een koninklijk slot met fantastische zalen en een baroktuin naar frans voorbeeld.
Woensdag 12 augustus was een echte rijdag. Vanaf Stockholm moesten wij ruim 450 km rijden voor we in Vaxjӧ aankwamen.
Maar donderdag 13 augustus konden we onze schade inhalen. Een rit vanaf vaxjo naar Koste Boda en Kalmar. De auto moest wel eerst worden leeggehaald want Koste Boda werd als eerste aangedaan. Een glasblazerij waar je een bezichtiging kreeg van het glasblazen. Je mocht overal tussen de glasblazers doorlopen om alles goed te kunnen zien. Voor mensen met ademhalingsmoeilijkheden, longaandoeningen en niet houden van eentonig werk vond je hier zeker geen emplooi voor werk. Trouwens alle glasblazers droegen geen handschoenen. Een onnadenkend moment en je legt misschien je hand op zo een gloeiend hete glazen bol die net uit de verwarmingsoven kwam. Je moet er niet aan denken. In een aangrenzende ruimte kon je naar behoefte van alles kopen. Het was in ieder geval een schitterend evenement. Met een auto vol rammelend glaswerk werd doorgereden naar het kasteel Kalmar waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1180 waar toentertijd dit kasteel gebouwd werd als verdediging tegen de piraten. Thans is het een museum dat de moeite waard was om te bezichtigen.
Vrijdag 14 augustus was de tocht vanaf Vaxjӧ naar Lund, een plaats voor Malmӧ. Als eerste werd een bezoek gebracht aan het woonhuis van Carolus Linneaus, een Zweeds geleerde die bekend staat om zijn studie over planten en dieren. In 1707 werd hij in Zweden geboren en studeerde aanvankelijk theologie (op aandrang van zijn vader die dominee was). Al snel bleek echter dat hij er weinig interesse in had en verlegde zijn studie terrein naar de planten en dierenwereld. In 1735 promoveerde hij tot doctor in de geneeskunde aan de universiteit van Harderwijk, waar men nog herdenkingen van hem aantreft.
Via Ahus (waar je nog tijd had om wat te eten en te drinken), dat bekend staat om zijn palingfeesten en de plaatselijk gestookte wodka, naar het Bosjoklooster dat in 1080 na christus gesticht werd door de orde van de Benediktijners en bestemd was voor nonnen. Tijdens de overheersing door Denemarken in de 16de eeuw en de reformatie is het klooster gesloten. Thans is het echter nog een museum. Grafstenen waaronder de restanten van de nonnen nog liggen kan men op het kerkhof bezichtigen. Daarna terug naar het hotel voor onze laatste nacht in Zweden.
Zaterdag 15 augustus vertrokken wij via Malmӧ naar Trellebӧrg waar de boot lag voor de oversteek naar Travemunde.
Het was geen lange rit dus hadden wij in Malmӧ nog tijd voor het bezoek aan het Malmӧhus en het technisch-en maritiem museum. Het Malmohus bestond o.a. uit een museum waarin allerlei soorten dieren te zien waren. Heel mooi opgezet. Daarna naar het technisch-en maritiem museum dat zich richt op de geschiedenis van Malmӧ op het gebied van transport en industrie.
Moe klommen wij weer in de auto op weg naar de boot. Onderweg nog stoppen bij een uitzichtspunt op de gigantische sont-brug (die Zweden en Denemarken met elkaar verbindt) en een bij een palingrokerij waar je heerlijk kon eten, De vissoep en paling waren voortreflijk. Daarna ingescheept voor de terugreis met de bootreis die ook dit keer weer heel voorspoedig verliep.
Al met al een zeer geslaagde reis en veel dank aan de organisatie.
Peter Stops en Tineke Peek
